De tafel is de basisgedachte, de tafel waaraan iedereengenodigd wordt, mee mag doen, het leven kan vieren met alle ups en downs en waar God aanwezig is. In de lezingen op de adventszondagen gaat het over vier vrouwen die verbonden zijn met de levenslijn in de geschiedenis van Jezus. Zij zijn (me)de dragers van de tafel. Per zondag gaat het verhaal over een van deze vrouwen, een van deze dragers. De tafel is vierkant, een verwijzing naar de eerste altaren in de tempel.
Uitleg bij de adventsschikking: God met ons Tamar, de weggestuurde Jaarlijks schitteren kerstreclames met dure cadeaus en veel gasten aan overvloedige tafels. Kerst staat dan voor een moment van ‘het goede leven’. Maar wat nou als je niemand hebt om je leven mee te delen? Als het huilen je nader staat dan het lachen? Matteüs laat duidelijk zien dat Jezus niet naar deze wereld kwam om blije mensen nog blijer te maken, maar om dicht bij mensen in ellende te zijn. Dat laat ook het familiedrama van Tamar zien. De schoonvader van Tamar komt zijn beloften niet na waardoor ze, naast haar rouw, ook nog langdurig in hopeloze eenzaamheid wegzakt. Door een list raakt ze toch zwanger. In tegenstelling tot Juda schaamt Jezus zich niet voor haar ellende maar verbindt zich met haar als de Immanuel, de God met ons. Dát is Kerst. Juda herkende haar en zei: ‘Niet zij is schuldig, maar ik, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela tot vrouw gegeven.’. Verstopt achter de sluier van gekoesterde herinneringen komt ruimte voor nieuw leven.
Vergeving en bevrijding voor Rachab Rachab bevindt zich, door haar werk, aan de rand van de samenleving en leeft aan rand van Jericho. Door haar werk hoort Rachab de verhalen van mannen die rillen van angst voor de God van Israël die zijn volk telkens bevrijdt (Jozua 2). Bij haar wakkeren de verhalen juist een verlangen aan naar een nieuw leven. Naar vergeving en bevrijding van haar eigen situatie. Ze redt Israëlitische spionnen uit de handen van de koning van Jericho door hen via een rood koord de stad uit te helpen. Ze smeekt eerst wel af dat ze, in ruil daarvoor, met haar hele familie gered wordt. Jozua lost die gelofte in. Ze blijft onder de Israëlieten wonen en wordt deel van de lijn van vrouwen die naar Jezus leidt. Bij de schikking: De rode kleur van de malusappeltjes staan symbool voor het rode koord dat Rachab uit het raam hing. Rood is de kleur van liefde, maar ook van gevaar en pijn. De vleugeltjes van de es verbeelden het verlaten van het oude leven en het beginnen van een nieuw leven door Rachab.
Adventsschikking 2e adventszondag In de lezingen tijdens de Adventstijd is het accent gelegd op “plek voor iedereen”, gebaseerd op het jaarthema “Aan Tafel” en dan in het bijzonder “Gods nabijheid”. Je mag je gezien weten en meedoen in de beweging van God en de Geest die zichtbaar werd in Jezus. Iedereen mag zich genodigd weten in Gods nabijheid. De basis van de schikking symboliseert de tafel. De 4 stammen die de tafel dragen vertegenwoordigen de vier vrouwen die in de stamboom van Jezus genoemd worden. Elke week wordt er iets aan de tafel veranderd en toegevoegd. In veel niet-westerse culturen is het heel belangrijk om te weten wie je voorouders zijn. Dat was in de tijd van Jezus ook zo. Heel opmerkelijk is het dat er in Zijn stamboom vrouwen staan met een bijzonder moeilijke achtergrond. Aan hen wordt deze Adventsweken en Kerst aandacht besteed. Op deze tweede Advent, gaat het om Ruth, de buitenstaander, geloof in Gods liefde De korenaren zijn gebruikt omdat Ruth terecht komt in het broodhuis Bethlehem. De naalden van de pijnboom verbeelden het verdriet en de pijn van Ruth en Naomi. Reis naar het onbekende Pijn om het vertrouwde Genadebrood Aan Boaz” tafel.