Bloemschikking op Goede Vrijdag
De schikking beeldt het kruis op Golgatha uit met twee schuin naar voren gerichte armen. De symboliek in de schikking is gebaseerd op Johannes 19 vers 25-30. Nabij het kruis van Jezus stonden zijn moeder en de zus van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas en Maria van Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, dat is uw zoon’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is uw moeder’. En vanaf dat moment nam de leerling haar bij zich in huis.
Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei Hij: ‘Ik heb dorst’. Er stond daar een kruik water met azijn en ze hielden een spons, gedrenkt in de azijn op een hysopstokje, tegen zijn mond. Nadat Jezus ervan had gedronken zei Hij: ‘Het is volbracht’. Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.