Vijfde Zondag veertigdagentijd – het kruis staat rechtop in de schikking

De schikking op de avondmaalstafel is weer veranderd. Het is te zien dat we dichterbij Pasen komen. De hoeksteen, de rots die het fundament kan zijn, staat centraal in de schikking. Het kruis staat rechtop te staan te midden van de stenen. In de vaas zien een bloeiende tak als verwijzing naar nieuw leven.

Het stenen fundament
is als vruchtbare grond
voor takken die vrucht gaan dragen.

En weer vertelt Jezus een gelijkenis aan de menigte.
Over een wijnbouwer die op reis gaat en de wijngaard verpacht. Over pachters, die de opbrengst voor zichzelf houden en de knechten mishandelen.
Uiteindelijk doden ze de zoon, de erfgenaam. Wat zal de eigenaar doen? De wijnbouwers doden en de wijngaard aan iemand anders geven? ‘Dat nooit’, roepen de mensen die kennelijk meteen begrijpen waar het over gaat: God die zijn volk loslaat.
Het is kennelijk niet simpel of vanzelfsprekend om je toe te vertrouwen aan Jezus als de Zoon. Het is een struikelsteen. De farizeeën en schriftgeleerden snappen het onmiddellijk en willen Jezus grijpen (en dus precies doen wat de gelijkenis vertelt). Maar het is nog niet zover …
Dit verhaal zet de mensheid niet in een mooi licht. We willen ons kennelijk niet laten storen door God. Denk ook aan het verhaal van Dostojevski, over de grootinquisiteur die tegen Jezus zegt: ‘Waarom komt u ons storen, we hebben het allemaal op orde …’
God heeft recht op ons. Alles wat we zijn, hebben en kunnen, hebben we aan Hem te danken. Geven we
Hem waar Hij recht op heeft? Alleen zó wordt ons leven nieuw.

Loading