Lijdenstijd en Pasen -etsen en schilderijen van Rembrandt van Rijn.

In de week voor Pasen gedenken we het lijden en sterven van onze Here Jezus Christus en natuurlijk daar meteen achter aan de opstanding. En dat vooral omdat deze gebeurtenissen ook voor ons van grote betekenis zijn. De beste manier om dat te doen is vooral om zelf de Bijbel te lezen. De vier evangelisten vertellen ons ieder op hun eigen wijze hoe het is gegaan. Helpend daarbij kunnen zijn beelden of voorstellingen. En dit jaar gebruikt ik daarbij de etsen en schilderijen van de schilder Rembrandt van Rijn. En voor ik daarmee verder ga, wil ik jullie eerst even laten kennismaken met die kerk waar Rembrandt lid van was. 

De kerk van Rembrandt

De schilder Rembrandt van Rijn heeft veel Bijbelse voorstellingen gemaakt en dat was niet omdat hij zo vroom was, maar omdat men in die tijd daar veel waarde aan hechte, men leefde dichter bij de Bijbel dan nu en men vond het fijn om Bijbelse afbeeldingen in huis op te hangen. Toch zie je in deze schilderijen een duidelijke ontwikkeling van Rembrandts geloofsleven. Vooral na het overlijden van zijn vrouw Saskia is dit heel herkenbaar. Vooral in één van zijn laatste werken- De verloren zoon- wordt Rembrandt heel persoonlijk, hij kwam zelf thuis en hij nodigde ons uit om diezelfde weg te gaan.

Rembrandt was lid van de toenmalige Protestantse kerk in die tijd de Gereformeerde kerk genoemd. Het was de kerk van de Statenvertaling en de Dordtse Leerregels. Dat zegt ons nu niet zoveel meer, maar je kunt het wel het begin noemen van het Protestantisme in Nederland. We hadden iets meegekregen van de kerkhervormers Luther, Calvijn, Zwingli en in Nederland Menno Simons en nu zochten we onze eigen weg. Dat ging gepaard met felle discussies en het gebruiken van geweld. Uiteindelijk werd er een internationale kerkvergadering bij elkaar geroepen- bekend als de Dordtse Synode- en in die Synode werden een aantal overtuigingen op papier gezet en dat werd samengevat in het zogenaamde TULIP verdrag. Tulip verwees natuurlijk naar de toen wereldberoemde tulp uit Nederland, maar in die kerkvergadering bedoelde men het volgende:

-T= Total depravity- totale verdorvenheid- de mens is na de zondeval onderhevig aan de kracht van het kwaad en kan alleen gered worden met hulp van buitenaf.
-U=Unconditional election- onvoorwaardelijke verkiezing- Het is God die jou roept, het is Zijn liefde en jij mag dat beantwoorden met jouw liefde. En we worden gered uit genade en niet uit verdienste
-L=Limited atonement – beperkte verzoening- De Here Jezus is gekruisigd en opgestaan voor hen die dat willen aannemen en daarop vertrouwen. En daarmee wordt de al-verzoening uitgesloten.
-I= Irristible grace- onweerstaanbare genade- Als God met Zijn Geest in jou woont hoef je niet meer twijfelen aan jou behoudt en je raakt Hem ook niet zomaar kwijt.
-P=Perseverance of the saints – de volharding der heiligen- De gelovigen mogen erop vertrouwen dat God hen wil behouden ook al kennen ze hoogte- en dieptepunten in hun geloof. En God blijft er ook als jij zelf niet meer in staat bent om zelf nog te geloven. Bijvoorbeeld omdat je lichamelijk of geestelijk daarvoor te ziek bent.  

Trouwens dat verdrag leidde eveneens naar een belangrijk document voor de kerk namelijk de Dordtse leerregels, die tot op de dag van vandaag nog steeds als een belangrijk kerkelijk geschrift wordt gezien binnen onze Protestantse kerk. Ze maakt nu deel uit van de 11 kerkelijke geschriften die onze kerk telt.    

Rembrandt leefde van 1606 tot 1669, de kerkvergadering van Dordrecht was in 1618 en de Statenbijbel kwam er in 1637. Rembrandt bleef in al die jaren lid van die kerk en hij was dus goed op de hoogte met wat er in die kerk gebeurde en deelde ook hun overtuiging. En dat vinden we terug in zijn werken.    

Hij schilderde tientallen afbeeldingen over de lijdenstijd en de opstanding. De afbeelding hierboven is van de Here Jezus aan het kruis, die hij maakte in 1631. Boven de Here Jezus is afgebeeld de tekst in drie verschillende talen, waarin staat dat de Here Jezus de koning der joden was. Zoals altijd probeert Rembrandt zo dicht mogelijk bij de Bijbel te blijven. Bij al zijn werken zie je, dat hij goed op de hoogte was van wat er in de Bijbel stond. We gaan nu een aantal afbeeldingen bekijken, daarnaast kunnen we meelezen uit de Bijbel.     

Lezen: Johannes 13:1-5   De voetwassing omstreeks 1640-1650

Rembrandt maakt hier een hele ruwe schets van dit tekstgedeelte uit Johannes. Hij gebruikt geen achtergronden en geen lichteffecten. Wat hij wel uitdrukt is de gemoedstoestand, de gelatenheid of misschien nog beter gezegd de verlegenheid, de discipelen weten zich er geen raad mee en staan genageld aan de grond. Is dit nu het werk van hun meester, hadden zij niet….?  Ze komen niet in opstand, maar laten het over zich heenkomen, alleen Petrus niet, die weigert en waarschijnlijk laat Rembrandt dat hier ook zien. Petrus laat zijn voeten wassen door de Heer zelf, omdat Jezus hem duidelijk heeft gemaakt, dat hij anders niet bij Jezus mag horen. Prachtig ook hoe Rembrandt hier Jezus afbeeldt, niet op zijn knieën als teken van nederigheid, maar juist op zijn hurken als teken van dienstbaarheid, zoals de school- meester of juffrouw de kinderen de schoenen aandoet. 

Lezen: Johannes 13:22- t/m 26    Rembrandt tekent hier “Het laatste avondmaal” gemaakt in 1635

Hij gebruikte als inspiratiebron “Het laatste avondmaal” van Da Vinci (1495-1498), wat die 130 jaar eerder maakte. Da Vinci beeldt daar vers 22 uit: “De leerlingen keken elkaar aan en vroegen zich af wie Jezus bedoelde? ” Terwijl Jezus aankondigt dat iemand van zijn nabije vrienden hem zal verraden, is het één en al onrust aan de tafel van de Heer en willen zijn discipelen weten wie dat is?

Rembrandt doet het trouwens wel anders, hij laat de diepte in de afbeelding weg en verandert ook de gezichten. Vooral het gezicht van de Here Jezus is totaal anders. Net als Da Vinci tekent hij vier groepjes discipelen:

  1. Het eerste groepje bestaat uit Bartholomeus, Jakobus de zoon van Alfeüs en Andreas, alle drie zijn ze verschrikt en vragen zich af: Wie zou de verrader zijn?
  2. Dan Petrus en Johannes, die aan de boezem van de Here Jezus zit en dan ook Judas, zowel bij Da Vinci als bij Rembrandt met een geldzakje in de hand
  3. Dan aan de andere zijde van Jezus: Thomas, Jacobus de broer van Johannes en Filippus die vooral ontkennend zijn afgebeeld: Wij zijn het toch niet Heer?
  4. En tenslotte de laatste drie: Matheus, Judas Taddeus en Simon de zeloot en die lijken vooral elkaar te bevragen en in discussie te raken.

Lezen Lucas 22: 39-46    “Jezus in de hof van Getsemane” getekend in 1652.

Alleen de evangelist Lucas vertelt over de hulp uit de hemel, die letterlijk de Here Jezus ondersteunt. Op de achtergrond zien we de soldaten met Judas al aankomen en voor in de rechterhoek liggen de discipelen te slapen. De

Here Jezus wordt afgebeeld met het gezicht naar beneden, verslagen en berustend in Gods wil. In de gehele afbeelding geen teken van verzet te vinden. Zoals Jezus het ons ook leerde bidden: Uw wil geschiedde. 

Lezen: Johannes 19: 1-7  “Christus aan het volk getoond” gemaakt in 1655.

Rembrandt heeft meerdere etsen en schilderijen met dit thema gemaakt. Opvallend is hier en ook in de andere afbeeldingen de grote hoeveelheid mensen. Rembrandt voert de spanning op en wijst op het aandeel van het publiek. Tegelijkertijd nodig hij hiermee ook de kijker uit; waar sta jij? Pilatus staat vooraan en roept het volk op een keuze te maken en de Here Jezus staat machteloos gebonden.

Lezen: Johannes 19: 16B-28         “De drie kruisen” van Rembrandt gemaakt in 1653.

Rembrand staat bekend om het werken met lichteffecten en dat is zeker in een ets nog niet zo eenvoudig, maar hier lukt het hem heel goed. De wereld is volslagen donker en het enige licht wat er is komt uit de hemel. Dat licht zet de Here Jezus midden in het licht en dat licht valt uit over de omstanders. Bij Rembrandt zijn dat hier biddende volgelingen, pratende vijanden en kalme soldaten.
Rembrandt tekent of schildert vaak honden in zijn afbeeldingen. (Midden vooraan) De hond was een onrein dier in de tijd van de Bijbel en werden door de joden verbonden met de heidenen. Dit komt heel sterk naar voren in het verhaal van Matheus 15:21-28 waar een vrouw bidt om de kruimels van de tafel van de Heer en waarin Jezus de heidenen honden noemt.  Ook hier tekent hij weer een hond op de voorgrond, maar die kan nu ook verwijzen naar Psalm 22:16 “Honden staan om mijn heen en een woeste bende sluit mij in”. Het komt uit die Psalm waaruit de Here Jezus zelf refereert aan het kruis en wel vers 2: “Mijn God, min God waarom hebt u mijn verlaten?”  

Lezen Johannes 19:33-38     “De afneming van het kruis” gemaakt in 1653

Dit schilderij maakt deel uit van een reeks passieschilderijen die Rembrandt vervaardigde voor stadhouder Frederik Hendrik, het waren er totaal 5 .
Rembrandt schildert Jozef van Arimatea in vol ornaat, vier mannen halen Jezus van het kruis af. In de man met het blauwe pak schildert hij zichzelf. Hiermee verbeeldt Rembrandt dat Jezus ook voor zijn zonden is gekruisigd en hij deelt uitmaakt van dit lijdensevangelie.  De man rechts die toekijkt is Nicodemus die hier ook bij betrokken is.
Jezus wordt met alle eerbied van het kruis gehaald. De jonge discipel en schrijver van dit evangelie Johannes staat onderaan het kruis om de Here Jezus in zijn armen te nemen en Hem zo op de grond te leggen. 

Lezen: Johannes 19: 38 t/m 42   “De graflegging van Christus” 1633-1635

Rembrandt toont hier een veel te groot graf. Hij heeft het nodig om al die mensen erbij af te beelden. Rembrandt wil duidelijk maken, dat Jezus niet alleen stond en dat er ook nog trouwe volgelingen waren. Hier maakt hij weer gebruik van wat hij veel vaker doet. Jezus zelf is het licht van de wereld en hier valt het licht op Jezus en vanuit dat licht kunnen we de anderen zien in dit donkere graf. Rembrandt tekent de omstanders zo dat het lijkt, dat ze veel mededogen hebben, verdrietig zijn en respect tonen.

Lezen: Matheus 28: 1-8      “De opstanding” gemaakt tussen 1635 en 1639

Dit schilderij behoort eveneens tot de vijf passieschilderijen voor Frederik Hendrik. Wat opvalt is de enorme dynamiek in dit schilderij. Rembrandt schildert wat Matheus hier vertelt. “Want een engel van de Heer daalde af uit de Hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop zitten. Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. En de bewakers beefden van angst en vielen als dood neer.”  (Matheus 28:2)
Zo krachtig wordt de mensheid gered van de macht van het kwaad en de dood. Inmiddels zowat 2000 jaar geleden gebeurt en wat nu nog steeds van betekenis is en nog belangrijk genoeg is om te gedenken en om door te vertellen.

Pieter Knijff